De dorpen Hoogland en Hooglanderveen kennen een grotere sociale samenhang dan de andere delen van de gemeente Amersfoort. In Hoogland en Hooglanderveen leeft slechts 1,5% van de huishoudens onder de lage-inkomensgrens. Dat is weinig vergeleken met de andere gemeentelijke woonwijken.
Dit zijn twee conclusies uit de tweejaarlijkse ‘Monitor Inclusieve Stad 2025’, die de gemeente Amersfoort recent heeft gepubliceerd.
Vooral algemene gegevens
De ‘Monitor Inclusieve stad 2025’ laat zien hoe het gaat met de gezondheid, het welzijn en de bestaanszekerheid van de inwoners van de gemeente. Het onderzoek bevat vooral gegevens over de gehele gemeente Amersfoort. De onderdelen van de gemeente -de stad Amersfoort met de verschillende wijken én de dorpen Hoogland en Hooglanderveen- komen er als aparte leefgemeenschappen weinig in voor. Voor Hoogland vonden we desondanks de volgende conclusies.
Hoogland: meer sociale samenhang
Zo staat in het rapport ‘dat de sociale samenhang (‘sociale cohesie’) tussen bewoners in een buurt in heel de gemeente Amersfoort al jaren stabiel is. Er zijn wel verschillen tussen de wijken en dorpen. Zo is er meer sociale samenhang in de wijken in Amersfoort-Zuid en in de dorpen Hoogland en Hooglanderveen. In Schuilenburg, Liendert, de Koppel, de Kruiskamp en Randenbroek is de sociale samenhang juist lager dan in andere delen van Amersfoort.’
Deze sociale samenhang is belangrijk leggen de onderzoekers uit:
‘Sociale cohesie heeft beschermende invloed op meerdere problemen zoals depressie en angst, psychisch welzijn, criminaliteit op buurtniveau en kindermishandeling. Uit ander onderzoek blijkt dat een lagere sociale cohesie samenhangt met meer eenzaamheid’.
Hoogland: armoede minder dan 1,5%
Ook over de armoede in Hoogland en Hooglanderveen trekt de gemeentelijke studie een conclusie:
‘In Amersfoort leefde in 2023 3,2% van de huishoudens onder de lage-inkomensgrens. Dit zijn circa 2.200 huishoudens. Dit komt neer op ongeveer 4.400 Amersfoorters, waarvan 1.200 kinderen. In de Koppel, de Kruiskamp, Liendert en Schuilenburg leeft ongeveer 5% van de huishoudens onder de lage-inkomensgrens. In Hoogland en Hooglanderveen is dit minder dan 1,5%’.
Hoogland: weinig stapeling bij problemen
In Amersfoort krijgt ongeveer 3% van de huishoudens hulp vanuit verschillende wetten tegelijk, zoals ondersteuning bij werk (Participatiewet), hulp aan huis (WMO) en/of zorg voor kinderen (Jeugdwet). Dit is vergelijkbaar met de andere grote steden in Nederland. Dit fenomeen heet ook wel ‘stapeling’. Deze stapeling komt in de ene wijk van Amersfoort veel vaker voor dan in de andere. Dit heeft veelal te maken met hoeveel mensen verdienen of welk onderwijs zij hebben gevolgd.
Uit de gemeentelijke monitor blijkt, dat ‘in 2024 in Liendert, Schothorst-Zuid, Kruiskamp en Koppel relatief veel huishoudens woonden met stapeling, en in Rustenburg, Vathorst-Centrum en Hoogland relatief weinig’.
De monitor wijst erop, dat ‘als een gezin op verschillende gebieden hulp nodig heeft (de zogeheten ‘multiproblematiek’), het belangrijk is dat de hulpverleners goed samenwerken, een zogenaamde integrale aanpak. Zo krijgt het gezin hulp die echt past.
Positief, wel aandachtspunten
In het gemeentelijk persbericht over de nota wordt aangegeven, dat het algemene beeld voor de gehele gemeente Amersfoort positief is: ‘minder inwoners leven in armoede en het percentage inwoners dat zich gezond voelt is hoger dan gemiddeld in Nederland’. De twee betrokken wethouders zien nog wel ruimte voor verbeteringen.

Micheline Paffen
Zo geeft Micheline Paffen, dorpswethouder van Hoogland en tevens wethouder WMO, Sociale basis, Volksgezondheid en Inclusie aan blij te zijn met het algemene beeld, maar dat er aandachtspunten blijven:
‘Zoals de verslechterde mentale gezondheid van jongeren en de toenemende druk op mantelzorgers. Dat vergt een intensievere aanpak die we meenemen in de herijking van het Beleidskader Inclusieve Stad. We blijven inzetten op het versterken van gelijke kansen en het bieden van ondersteuning en zorg aan inwoners die dat nodig hebben.’

Nadya Aboyaakoub-Akkou
Nadya Aboyaakoub-Akkouh, wethouder Jeugd, Werk, Inkomen en Armoedebeleid voegt daar aan toe:
‘Het terugdringen van armoede is daarbij belangrijk. Minder geldzorgen geven inwoners, jong en oud, meer kansen om mee te doen in onze stad. Tegelijkertijd vallen sommige kinderen nog tussen wal en schip, zoals degenen die wachten op specialistische jeugdhulp. Ieder kind in nood is er één te veel. Daarom blijven we werken aan de ingezette koers zodat elk kind in onze stad gezond kan opgroeien en alle kansen krijgt.’
Meer informatie:
* Het volledige rapport (opent als PDF in een nieuw venster).
Foto’s van wethouders: Gemeente Amersfoort.