De Canadese delegatie van het West Nova Scotia Regiment (WNSR) kijkt met voldoening en dankbaarheid terug op hun bezoek aan Hoogland, tijdens de viering van 80 jaar vrijheid. Ze waren begin mei 2025 de gast van het Oranjecomité Hoogland omdat dit regiment betrokken was bij de bevrijding van Hoogland in 1945.

Terugblik in Canadese krant

80 jaar vrijheid Hoogland logoIn de Canadese krant l’ AURORA  van 17 mei 2025 geeft gepensioneerd sergeant Garry Randall, één van de deelnemers, een terugblik:

“De reis was vijf jaar geleden gepland op uitnodiging van de heer Piet Smink (auteur van het boek “De bevrijding van Hoogland”), maar het evenement ging toen niet door vanwege COVID. Piet gaf onze namen door aan Oranjecomité-initiator Maarten Boersen, die contact met ons opnam met een uitnodiging voor dit jaar. Er waren veel hoogtepunten, maar één die mij erg raakte was de ontmoeting met Piet Smink. Toen hij nog een heel jong jongetje was, waren de West-Nova’s duidelijk helden voor hem’.

Keuken vol ongekende weelde

Piet Smink heeft op 4 mei in De Pastorie tijdens de lunch voor de Canadezen zijn herinneringen aan twee soldaten van het regiment Nova Scotia verteld. De eerste militair is soldaat David F. Daurie van de C-Compagnie van het West Nova Scotia Regiment. Piet hierover:

Op het erf van mijn ouders, Bunschoterstraat E 31 (nu nr. 26), stond van 26 april tot 7 mei 1945 een Shermantank opgesteld. In de schuur was een keukenwagen ingericht. De kok daarvan was soldaat David F. Daurie. Die keuken was voor ons een ongekende weelde: echt wittebrood, vleeswaren, biscuits, aardappelen, chocolade, sigaretten, cakes, zuidvruchten, sinaasappels, suiker, koffie en thee. En dat allemaal zonder bonkaart.
Mijn moeder Mie Smink-van Valkenhoef, tante Rika van Valkenhoef en de evacués mevrouw Maria Rutten-Stevens en haar dochter Willy, hebben als tegenprestatie voor deze lekkernijen af en toe aardappelen voor kok Daurie geschild. Want we wisten niet wat ons overkwam na tijden van schaarste.’

Katholiek met Prayerboek

De tweede Canadese militair, waarvan Piet herinneringen ophaalt, is motorordonnans Leo Francis MacDougall (1917) uit Alberton, Prince Edward Island. Hij was ook ingedeeld bij de West Nova’s. Piet herinnert zich het volgende:

Canadese delegatie gedicht voor Piet Smink‘In een legertruck ben ik een keer, waarschijnlijk op 4 mei 1945, met hem meegereden naar het hoofdkwartier van het West Nova Scotia Regiment in het Weeshuis op de Vetkamp 28 in Nijkerk. Leo is ook een keer met mij als misdienaar mee geweest naar een Heilige Mis in een van de klaslokalen van de rooms-katholieke meisjesschool in Leo’s Oord. Die was toen als kerkzaal ingericht in verband met de toen zwaar beschadigde St-Martinuskerk. Ik denk dat het op zondag 6 mei 1945 was. Dat hij katholiek was, maakte hij mij duidelijk met behulp van zijn Prayerbook.
Bij het afscheid heb ik van Leo als aandenken aan hem een klein gedichtje gekregen. Zijn hobby was het schrijven van gedichtjes en liedjes.’

Piet Smink heeft later nader onderzoek gedaan naar het leven en tragische eind van Leo.

Leo blijkt op 10 juli 1940 in militaire dienst te zijn gegaan en op 28 maart 1946 is hij ontslagen als militair. Hij heeft dienst gedaan in zes verschillende landen: Canada, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Duitsland en Nederland. Tijdens de opmars in Italië naar de Arno-linie bij Florence is Leo op 27 juli 1944 gewond geraakt. Hij wilde echter het strijdtoneel niet verlaten. Zijn wens was om bij zijn kameraden in het veld blijven. En zo belandde hij uiteindelijk in Hoogland.

Na Hoogland is Leo met het lijnschip Île de France op 1 oktober 1945 met zijn regiment in Canada teruggekeerd. Piet Smink:

Ik heb nog een tijdje met hem gecorrespondeerd. Zijn brieven en mijn brieven werden door mijn oom Gerard van Valkenhoef in het Nederlands en Engels vertaald. Toen oom Gerard op 29 november 1946 als militair naar Nederlands-Indië vertrok, was ik echter mijn vertaler kwijt en kwam er een einde aan onze briefwisseling. Vanuit Canada heeft mij nog eens een paar schoenen gestuurd, gekocht bij de firma Eaton’.

Een traumatisch leven

Later, in 1992 komt Piet in contact met Violet Perry, de zuster van Leo en wonend in  Ottawa.

‘Van  haar heb ik gehoord dat Leo na terugkomst in Canada met TBC in het sanatorium Shelf in Halifax is opgenomen. Hij had een klaplong waarvoor hij medicijnen kreeg. Aan die medicijnen raakte hij verslaafd, waardoor hij in grote problemen kwam. En aan het oorlogsverleden heeft hij een trauma overgehouden.
Leo woonde weer in zijn geboorteplaats Alberton. Daar was hij een taxibedrijf (‘Veterans-Taxi-Service’) begonnen. Ook repareerde hij radio’s en televisies. Vervolgens begon hij daar ook nog een cafetaria (‘Shea’s Snack Bar’) waar hij hotdogs, hamburgers en sigaretten verkocht. Leo is nooit gehuwd geweest.
De laatste jaren van zijn leven is hij -mede als gevolg van een posttraumatische stressstoornis- erg eenzaam geweest. In 1973 heeft hij een eind aan zijn leven gemaakt. Hij is begraven op de Sacred Heart Roman Catholic Cemetery in Alberton’.

Bijna volledig door burgers

Canadese delegatie Piet Smink signeert boek

Piet Smink signeert zijn boek in aanwezigheid van Garry Randall (links)

De Canadese groep nam op 4 en 5 mei deel aan de herdenkings- en bevrijdingsactiviteiten van het Oranjecomité in Hoogland. De ceremonies omvatten onder andere een dienst in de plaatselijke kerk, een kranslegging op 4 mei en het ontsteken van het Bevrijdingsvuur op 5 mei bij ‘de Naald’. De delegatie constateert verschillen met soortgelijke manifestaties in Canada. ‘In tegenstelling tot de ceremonies in Canada wordt de ceremonie in Hoogland bijna volledig door burgers geleid’. De Canadese delegatie heeft tijdens de bevrijdingsmaaltijd op 5 mei ook gesigneerde exemplaren van het boek van Piet Smink “De bevrijding van Hoogland” ontvangen.

Het enthousiasme van zowel de deelnemers als de toeschouwers bij alle activiteiten viel de hele West Nova delegatie op. Randall zegt daarover in het krantenartikel:

“Ik zal nooit vergeten hoe Nederlanders, oud en jong, zich onze soldaten blijven herinneren! ‘Wij zullen hen gedenken’ is voor de Hooglanders niet zomaar een viertal herhaalde woorden. Het is een daad van eer en plicht.”

Link:
* Het artikel in l’ Aurora.

Lees ook:
*  De Canadezen komen -ter herdenking- weer naar Hoogland

Foto’s: Oranjecomité Hoogland