De Historische Kring Hoogland (HKH) en de Vereniging Dorpsbelangen slaan de handen ineen. De komende tijd publiceren we iedere maand een artikel over de oorlogstijd in ons dorp. Dat doen we in het kader van de nationale herdenking van 80 jaar vrijheid.
Angst en onzekerheid
De Tweede Wereldoorlog heeft Hoogland flink geraakt. Al in de eerste paar dagen moesten bijna 4-duizend Hooglanders verkassen naar Edam vanwege (vermeend) dreigend gevaar. Het dorp stond in brand. En tijdens de laatste oorlogsdagen -in mei 1945- voerden de Canadezen en de Duitsers hier een felle strijd waarbij de ene dag de bevrijders rondliepen op De Ham en de andere dag de bezetters. Angst en onzekerheid waren aan de orde van de dag. Er is veel vernield, veel geschoten, veel gebombardeerd en er zijn tientallen doden te betreuren.
Dagboeken van evacués
Hoogland bood bovendien onderdak aan evacués uit gebieden waar op andere momenten tijdens de bezetting hevige strijd werd geleverd. Op de website van de Historische Kring Hoogland (HKH) zijn meerdere verhalen van deze vluchtelingen opgetekend. We schreven al eerder over Hendrikus Thijssen uit het Limburgse Gennep. Het verhaal van Toos Hansen uit Arnhem verdient hier zeker ook aandacht.
Toos logeerde -samen met haar man Louis en haar zoons Jacques en Piet- negen maanden bij Jan en Riet Tolboom van boerderij Breevoort. Ze hield in die periode een dagboek bij. De familie Tolboom kreeg daarvan eind jaren ’80 een fotokopie. Mieke Tolboom (de dochter van Jan en Riet, red.) heeft de tekst uitgetypt en op de website van de HKH is het volledige dagboek te lezen.
Fragmenten uit dagboek van Toos
Op boerderij Breevoort was er op 5 mei nog geen duidelijkheid over de bevrijding. De ingekwartierde Duitse soldaten maakten geen aanstalten om te vertrekken. Pas op 6 mei drong het grote nieuws echt door, maar feest durfden de bewoners nog niet te vieren.
‘Toch durfden wij nog aan onze vreugde geen uiting te geven, daar er nog steeds (Duitse, red.) soldaten op ’t erf waren.’
Hier volgen een paar fragmenten over de eerste meidagen uit het dagboek van Toos. Sommige woorden zijn voor de leesbaarheid omgezet naar moderner Nederlands.
1 mei 1945
Vanmorgen werd ons door de Duitse luitenant medegedeeld dat Hitler gestorven is, in de binnenstad van Berlijn, bij zijn soldaten. Ik zeg: ‘Erg voor de Duitschers.’ ‘Wat,’ zegt hij, ‘voor heel Europa.’ Als hij daarover begint te praten ben je nog niet klaar met hem; een echte, fanatieke nationaalsocialist.
2 mei 1945
Weer een mededeling: Mussolini is door ’t volk opgehangen. Wat een vreselijke dood. Eerst Roosevelt (door een beroerte, red.), Hitler en nu Mussolini weer. God geef dat wij toch hier ook eens verlost worden; wij mogen nog steeds niet er uit. De stemming onder de boeren tegenover ons evacués wordt er ook niet beter op. Geklets achter je rug van jewelste.
De Tommies zitten nog steeds aan de overkant in boerderijen. De luitenant keek door zijn kijker recht in de ogen van een Tommie, die ook de kijker op hem gericht had. Dus ze weten dat er hier Duitsers bij ons zitten. Als ze toch maar niet de boerderij in brand schieten. Je wordt hier oud van angst en spanning. Ik heb hier al heel wat grijze haren gekregen.
3 mei 1945
Gisteren en vanmorgen zijn er grote aantallen transportvliegtuigen overgekomen. De luit zei: ‘Allen met levensmiddelen voor de grote plaatsen.’ De nood is er verschrikkelijk; ik kan wel huilen als ik aan al die stumpers denk. De toestellen kwamen zo laag over dat wij de piloten konden zien zitten.
4 mei 1945

Dagboek Toos Hansen
Rustige nacht gehad, geen granaatvuur. De kinderen mochten even buitenspelen, waar dankbaar gebruik van werd gemaakt. Regen en hagelbuien, een triestige dag.
Gisterenavond allemaal lichtkogels van allerlei kleuren. De Tommies met de mensen in Nijkerk vierden feest, hoorden wij van de ‘Leutnant’. De hele nacht is er getelefoneerd; zou er weer wat aan de hand zijn? De spanning steeds maakt je zenuwen geheel kapot. Carolien en ik hebben heel wat grijze haren gekregen.
5 mei 1945
Voor ’t huis zijn hier ook overal stellingen gemaakt, en veel (Duitse, red.) soldaten liggen hier. Wij moeten maar steeds pannen melk koken en aardappelen. Voor de luit en zijn marconisten moeten lekkere dingen steeds klaargemaakt worden. ’t Is om uit je vel te springen. ’s Morgens begint hij al met gebakken eitjes op ’t brood met warme melk. Wij krijgen nu geen eieren meer, die eten de ‘heren Duitsers’ nu wel op.
6 mei 1945
Vanmorgen opgestaan en, zoals wij elke morgen elkaar begroeten: ‘Wat zal vandaag ons brengen?’ De luitenant zei: ‘Er is nog steeds Waffenruh (een bestand, red.).’ Wij vonden ’t zo eigenaardig dat wij overal in de verte vlaggen zagen wapperen en wij maar niets hoorden. Wel hoorden wij ’s avonds dat de ‘Leutnant’ geheel van streek aan de telefoon zei: ‘Wahnsinn, Wahnsinn!’ Later hoorden wij dat Berlijn gevallen was.
Wij hadden juist gegeten, toen de ‘Leutnant’ aan de telefoon geroepen werd, met de boodschap dat zij direct met hun toestellen weg moesten, en aan ons de mededeling dat er vrede was.
7 mei 1945
Vanmorgen wij al druk aan ’t praten over de vrede en wij wilden juist opstaan, of daar komt een van de jongens uit de buurt aanrennen, of er direct een Sanitaiter (medicus, red.) kon komen; er was iemand op een mijn gelopen. Jack meteen de deur uit en die naar Gies, waar hij wist [dat] er nog een was. Inmiddels wisten wij wie ’t grote ongeluk ten deel was gevallen. ’t Was Toon Olderaan; wij schrokken ons dood.
Louis vloog met de verbandtrommel de deur uit; eer dat ik hem tegen kon houden was hij al weg.
Wat was er nu gebeurd? Toon was al vroeg op weg gegaan, met de fiets naar De Ham, om te kijken of zijn schoonouders er nog waren, of ook geëvacueerd. Hij scheen niet te weten dat op de grote weg ook nog mijnen lagen. Hij is net bij Dirk Brouwer voor de deur of een slag, en Toon had op een mijn gereden en lag in een diepe kuil. […] ’t Was verschrikkelijk: een voet met een stuk van zijn been was er af, ’t andere been gebroken, de handen verbrand, ’t gezicht verbrand. ’t Was in een woord treurig.
8 mei 1945
Vanmorgen trok bij ons ’t hele stel, de mannen met de kinderen, naar De Ham, om eens te zien wat er van de Tommies te zien was en of er nog iets te krijgen was. Eindelijk kwamen zij weer terug, de ene met brood en Jack droeg een groot blik biscuit. Opgetogen kwamen zij er aan. De koekjes kosten niets; was een gift uit Engeland voor de Hollanders. Ieder kreeg 4 ons koekjes per persoon. En tot onze grote vreugde voor ieder een reepje chocolade. ’t Was een gejuich van belang; weken en weken niets gehad en nu eens zoveel te snoepen!
Lees het hele dagboek op de website van de Historische Kring Hoogland.
Bekijk alle gezamenlijke verhalen van de VDH en de Historische Kring.
Bovenste foto: Bren-carrier met Canadese soldaten, Hooglandse. Archief: Historische Kring Hoogland.
